I like the sound of silent shoes

Duurlopen staat gelijk aan low impact lopen. Het doel is immers om, met zo weinig mogelijk inspanning en zo weinig mogelijk belasting van spieren en gewrichten, zo ver mogelijk te komen.

Als duurloper probeer je daarom te lopen op souplesse en niet op kracht. Hoe weet je dat je op souplesse loopt? Door te luisteren naar je schoenen. Het geluid die je schoenen maken geven aan of je techniek goed is, en kunnen je helpen de techniek te verbeteren. Je communiceert dus als het ware met je schoenen. Het beste kun je met je schoenen communiceren op een schelpenpad, dan versta je elkaar het beste.

Er zijn twee zaken om op te letten: de toon en het volume.

Met de toon bedoel ik: “wat voor een geluid maken je schoenen”. In de ideale situatie is dat een heel kort geluid: tik,tik,tik,tik. Bij een slepend geluid, zoals tsjj, tsjj, tsjj, tsjj land je waarschijnlijk iets te veel voor of achter je lichaam, waardoor het contact met de grond te lang is, of je tilt je voeten net iets te weinig op. Je kan low impact ook overdrijven…

Met het volume bedoel ik de hardheid van het geluid die je schoenen produceren. Als je zo ver bent dat je loopt met het korte geluid, dan kun je proberen of je het geluid naar beneden kunt brengen. Dat kan echt! Probeer iets zachter te landen goed naar de teen af te rollen en je kuiten goed te gebruiken. Je zal merken dat je met minder impact landt, terwijl het niet ten koste gaat van je tempo.

Ik hoop dat ik nu duidelijk heb gemaakt dat je niet alleen naar je lichaam moet luisteren bij het lopen, maar ook goed moet luisteren naar je schoenen. Ik wens jullie dezelfde fijne communicatie met jullie schoenen toe, als ik vaak heb.

Een extra lange training

Als ik dit blogbericht schrijf, is het 5 april. Eigenlijk zou ik vandaag met mijn loopmaatje Bas van Riel de marathon van Rotterdam hebben gelopen. Vanwege de Corona-crisis is die vanzelfsprekend, en terecht, niet doorgegaan. Ondertussen had ik wel getraind voor de marathon. Vandaar dat ik een training heb gedaan van 42,195 kilometer! Om niet teveel met anderen in aanraking te komen, koos ik voor een route van iets meer dan 4 km in het buitengebied van Almere, die ik 10x aflegde, gevolgd door 800 meter doorlopen over het parcours en weer teruglopen om aan de marathonafstand te komen.

Het was wel een bijzondere training, namelijk één die ik helemaal op hartslag liep. Dat had ik weliswaar nog nooit gedaan, maar daarom zou ik het wel kunnen dacht ik (vrij naar Pippi Langkous). Dit had ik van te voren bedacht:

AfstandHartslag minHartslag maxVerwacht tempo
2km-1256:00/km
3km1201256:00/km
10km1251305:50/km
10km1301355:50/km
15 km1351406:00/km
2,195--6:15/km

De verwachte tempo’s waren gebaseerd op ervaringen vanuit het verleden. Het blijkt dat ervaringen uit het verleden geen garanties bieden voor het heden (en ook niet voor de toekomst, zeggen anderen)!

Geen tempo zichtbaar; mooi die onwetendheid!

Ik had mijn horloge overigens zo ingesteld, dat deze de nog te af te leggen afstand voor de ronde aangaf en een signaal en een trilling afgaf zodra de hartslag te hoog of te laag werd. Ik had dus de hele marathon lang geen enkel indicatie over het tempo dat ik liep. Alleen wel het gevoel dat het niet al te snel was…..

In de volgende tabel zien jullie het resultaat van mijn “inspanning”:

AfstandVerwacht tempoGerealiseerd tempoOpmerkingen
2km6:00/km6:35Kon direct al in het begin mijn hartslag niet onder de 125 houden. Moest daardoor tempo terugnemen.
3km6:00/km6:55Hetzelfde geldt voor deze ronde!
10km5:50/km6:58En voor deze!
10km5:50/km7:30Hier was het bijna onmogelijk om de hartslag onder de 135 te houden. Ik loop hier dus 25 km met de rem er op!
15 km6:00/km7:27Hier komt een ander fenomeen op. Na 32 km kreeg ik mijn hartslag niet meer boven de 135. De kracht in mijn benen ontbrak
2,1956:15/km8:54En hier wil ik het niet meer over hebben!

Blijkbaar was ik toch niet zo fit als ik dacht. Alhoewel ik nu drie uur na de marathon wel weer helemaal hersteld ben. Dat dan weer wel. Het heeft er denk ik ook wel meet te maken, dat door met de rem er op te lopen, deze marathon uiteindelijk te lang duurde, waardoor ik de kracht in mijn benen uiteindelijk verloor. Dit zou kunnen leiden tot een mooie Cruyfiaanse uitspraak: Als je te langzaam loopt, duurt de marathon te lang!

5:09 is geen spectaculaire tijd voor een marathon (bijna een uur boven mijn vorige). Maar het was een goede training. Ik heb een basis neergezet voor een volgende marathon-training. Alleen houd ik naast de hartslag ook mijn tempo in de gaten, zodat ik tijdens de training de hartslagtabel eventueel kan aanpassen.

Voor wie de statistieken nog een keer wil zien: Hier is de link naar Garmin Express: Marathon op hartslag.

Fartlek met maatschappelijke waarde

Alleen maar trainen met lange duurlopen is niet verstandig. Ik probeer één maal te week een wat intensievere training in de vorm van een fartlek te doen. Ik doe dat in Pampushout in Almere.

In Pampushout valt op dat er in de bermen van de wegen die er doorheen lopen veel rotzooi ligt: bierblikjes, sigarettenpakjes, plastic flesjes en nog meer van dat soort dingen. Blijkbaar is het makkelijk voor de automobilisten hun afval door het autoraampje naar buiten te gooien, in plaats van dit mee naar huis te nemen en daar in hun eigen afvalbak te deponeren.

In plaats van je er alleen maar aan te ergeren, kun je er ook iets aan doen. Als ik een fartlek-training ga doen neem ik een plastic zak mee. Ik loop in mijn basistempo totdat ik iets in de berm zie liggen. Dan versnel ik het tempo (sneller tellen, zie mijn blogbericht Mindfulness, stappen tellen en ritmisch ademen), stop, zak door de knieën pak het stuk afval op (ik draag overigens wel altijd mijn handschoenen), stop het in de zak en start weer in mijn basistempo.

Het lijkt lastig om met een platic zak in één hand te lopen, maar dat valt reuze mee. Het afval wat je opraapt weegt niet veel en de techniek van duurlopen houdt onder meer in dat je armen niet veel bewegen, zoals beschreven in mijn blogbericht Het verschil tussen duurlopen en hardlopen.

Elke week levert mijn fartlektraining weer een volle plastic zak met afval op. Op deze manier combineer ik mijn training met de nuttige bezigheid om de omgeving van mijn prachtige hardloopgebied een beetje schoner te maken.

De 500 meter check

Eén van de voordelen van een GPS-horloge is de mogelijkheid in te stellen dat deze, na een bepaalde tijd, of afstand, een signaal geeft in de vorm van een piepje en/of een trilling.

Ik stel deze functie zo in, dat ik na 500 meter een signaal krijg. Tegelijkertijd legt mijn horloge dan het tempo over de laatste 500 meter vast. Ik check dan de volgende zaken:

  • Mijn tempo over de laatste 500 meter;
  • De ontspannenheid van mijn schouders;
  • De techniek (vlakheid lopen en afwikkeling);
  • Hartslag;
  • Pijnsignalen in de rest van het lichaam.

Tijdens het lopen, zeker bij de lange afstanden, wordt je onbewust slordiger in je ontspanning en techniek. De 500 meter check dient er voor om dat te constateren. Als blijkt dat één van de onderdelen wat minder “loopt”, dan gebruik je de volgende 500 meter (3 minuten) om dat punt te verbeteren.

Een groot voordeel van deze benadering is dat je “in het heden” blijft lopen. De focus op 500 meter zorgt voor een mindfulness tijdens het lopen, In één van mijn volgende blogberichten vertel ik hier iets meer over.