Fartlek met maatschappelijke waarde

Alleen maar trainen met lange duurlopen is niet verstandig. Ik probeer één maal te week een wat intensievere training in de vorm van een fartlek te doen. Ik doe dat in Pampushout in Almere.

In Pampushout valt op dat er in de bermen van de wegen die er doorheen lopen veel rotzooi ligt: bierblikjes, sigarettenpakjes, plastic flesjes en nog meer van dat soort dingen. Blijkbaar is het makkelijk voor de automobilisten hun afval door het autoraampje naar buiten te gooien, in plaats van dit mee naar huis te nemen en daar in hun eigen afvalbak te deponeren.

In plaats van je er alleen maar aan te ergeren, kun je er ook iets aan doen. Als ik een fartlek-training ga doen neem ik een plastic zak mee. Ik loop in mijn basistempo totdat ik iets in de berm zie liggen. Dan versnel ik het tempo (sneller tellen, zie mijn blogbericht Mindfulness, stappen tellen en ritmisch ademen), stop, zak door de knieën pak het stuk afval op (ik draag overigens wel altijd mijn handschoenen), stop het in de zak en start weer in mijn basistempo.

Het lijkt lastig om met een platic zak in één hand te lopen, maar dat valt reuze mee. Het afval wat je opraapt weegt niet veel en de techniek van duurlopen houdt onder meer in dat je armen niet veel bewegen, zoals beschreven in mijn blogbericht Het verschil tussen duurlopen en hardlopen.

Elke week levert mijn fartlektraining weer een volle plastic zak met afval op. Op deze manier combineer ik mijn training met de nuttige bezigheid om de omgeving van mijn prachtige hardloopgebied een beetje schoner te maken.